MMt (mobiel medisch team)

Een Mobiel Medisch Team (afgekort: MMT, ook wel traumateam genoemd) is in Nederland een team bestaande uit een drietal personen, inzetbaar om snel medische bijstand te verlenen. Een MMT werkt vanuit een van de elftraumacentra in Nederland. Van deze elf traumacentra hebben vier traumacentra de beschikking over een heli-MMT; een helikopter (de zogenaamde traumahelikopter of Lifeliner). De overige zeven zijn alleen inzetbaar bij grootschalige incidenten en over het algemeen als onderdeel van de geneeskundige combinatie (GNK-C). Deze helikopter wordt primair gebruikt voor het transport van personeel; patiënten worden alleen per heli vervoerd als dit een duidelijke tijdswinst oplevert ten opzichte van vervoer over de weg.

Het team bestaat uit een arts (anesthesioloog of traumachirurg), een piloot en een verpleegkundige. De arts is, naast de opleiding tot specialist, opgeleid om medisch specialistische hulp te verlenen buiten het ziekenhuis in sterk uiteenlopende omstandigheden. Op deze manier hoeven meer uitgebreide behandelingen, zoals die alleen in een ziekenhuis gegeven kunnen worden, niet pas in het ziekenhuis gestart te worden.

In België is de Mobiele Urgentie Groep (MUG) een vergelijkbare eenheid. Daar bestaan zij grotendeels uit een urgentiearts en een verpleegkundige met een bijkomende beroepstitel in de Spoedgevallen en Intensieve Zorgen. Sommige ziekenhuizen bemannen hun MUG-wagen ook met een speciaal opgeleide MUG-chauffeur

Functie van de arts

De arts heeft de functie waar het binnen het MMT eigenlijk om draait: het aanvullen van de reguliere ambulancezorg met medisch-specialistische kennis en handelingen. De aanvulling vindt vooral plaats op gebied van de zogenaamde ABC instabiele patiënten; patiënten met een bedreigde luchtweg (Airway), ademhaling (Breathing) of bloedsomloop (Circulation). Wanneer een van deze vitale functies niet of verminderd aanwezig is, is het noodzakelijk dat deze zo snel mogelijk hersteld wordt (ofwel stabilisatie van vitale functies). Een 'MMT-arts' kan hier, met behulp van zijn/haar kennis en een aantal handelingen aan bijdragen. Ook als er sprake is van een langdurig beknelde patiënt kan de MMT-arts een meerwaarde voor de zorg aan de patiënt betekenen.

Een voorbeeld van die meerwaarde is 'intuberen' (het inbrengen van een buis in de luchtweg om te kunnen beademen). Binnen de reguliere ambulancezorg kan en mag een ambulanceverpleegkundige intuberen, maar uitsluitend als dit mogelijk is zonder medicatie. Als het niet mogelijk is zonder medicatie te intuberen, dan wordt er anesthesiologische medicatie (algehele anesthesie) aan een patiënt in kritische conditie en in de moeilijkst denkbare omstandigheden gegeven. In Nederland is besloten die handeling bij medisch specialisten te houden in verband met het risico op complicaties. Er wordt dus 'narcose gegeven', vandaar dat veel MMT-artsen een achtergrond binnen de anesthesiologie hebben. Andere handelingen die door de MMT-arts, maar niet door de ambulanceverpleegkundige gedaan worden zijn (onder andere) het inbrengen van een thoraxdrain (een siliconen slangetje dat wordt ingebracht in de borstholte om bloed en/of lucht weg te laten lopen zodat het slachtoffer weer beter kan ademen of worden beademd), het geven van bepaalde infuusvloeistoffen (om zwelling van de hersenen tegen te gaan en/of de bloedsomloop tijdelijk te ondersteunen) en als laatste is het mogelijk voor een MMT-arts om ter plaatse extremiteiten te amputeren mocht dit nodig zijn om het slachtoffer te bevrijden.

Functie van de verpleegkundige[bewerken]

De taken van de verpleegkundige vallen eigenlijk in twee delen uiteen:

Tijdens de vlucht in de helikopter heeft de verpleegkundige een ondersteunende vliegtechnische taak. De belangrijkste taak is de navigatie, maar alle verpleegkundigen zijn ook in het bezit van het RT-certificaat en mogen de communicatie met de luchtverkeersleiding overnemen. Daarnaast assisteren zij de vlieger bij het doorlopen van de checklists en de noodprocedures. Daartoe heeft hij/zij een aanvullende opleiding gevolgd en worden jaarlijks bijgeschoold en gecheckt. In tegenstelling tot de arts (die luchtvaarttechnisch slechts een passagier is) is de verpleegkundige een 'crew member'. Samen met de piloot zorgt de verpleegkundige ervoor dat het team zo snel mogelijk op de plaats van bestemming arriveert. De verpleegkundige wordt in luchtvaarttermen ook wel HEMS (Helicopter Emergency Medical Services) Crewmember genoemd. Wanneer de helikopter niet kan vliegen (door weersomstandigheden of door technische storingen) of als tijdens nachtelijke uren de ongevalslocatie in een bepaalde straal valt, gaat het MMT per auto naar het ongeval. De MMT's van Amsterdam en Groningen (LL1 en LL4) maken in dat geval gebruik van een ambulancechauffeur/HLO om het MMT voertuig te besturen. Bij de MMT's van Rotterdam en Nijmegen (LL2 en LL3) besturen de verpleegkundigen het voertuig. Zij hebben hiertoe een aanvullende rijopleiding gevolgd. De helikopterpiloot gaat over het algemeen niet mee wanneer het team gebruikmaakt van de auto.

Tijdens de behandeling assisteert de verpleegkundige de arts en vult samen met de arts de aanwezige ambulancebemanningen aan. De verpleegkundigen van het MMT zijn allen ambulance- of SEH-verpleegkundigen en hebben daarnaast vaak ook een achtergrond binnen de anesthesie en/of IC. Dit betekent dat de verpleegkundige, net als de arts en de ambulancebemanning, ook buiten het MMT-werk vaak met 'vitaal bedreigde' patiënten te maken heeft.

Functie van de piloot[bewerken]

De piloot zorgt voor het besturen van de helikopter. De piloot heeft veel vliegervaring opgedaan bij de marine, luchtmacht of, (heel soms) bij civiele helikoptervluchten voordat hij/zij met de traumahelikopter mag vliegen. Dit moet ook wel omdat het vliegen met de traumaheli veel druk met zich meebrengt. Vaak hoort de piloot ook pas in de helikopter waar de vlucht heen gaat en moet hij/zij landen op plaatsen waar dit niet gebruikelijk is. Alle lifeliners zijn 24 uur per dag inzetbaar en kunnen dus ook nachtvluchten maken. Verder kan de piloot ondersteuning geven door allerlei zaken rondom het slachtoffer en het vervoer te regelen (net als een ambulancechauffeur). De piloot is verantwoordelijk voor de helikopter als het MMT op de plaats van een ongeval is. Aan boord van de helikopter is de piloot degene die de leiding heeft en hiermee ook de verantwoordelijkheid.[1]

Functie van de HLO[bewerken]

Een Helicopter Landing Officer (of Heli Landing Officier) assisteert bij de landing bij het ziekenhuis en is tevens chauffeur van het MMT-voertuig als het MMT dit voertuig gebruikt. Dit voertuig moet bestuurd worden door een ervaren ambulancechauffeur of een verpleegkundige die opgeleid is om met optische en akoestische signalen te rijden. Een HLO is zo'n chauffeur.

Wanneer het MMT uitrukt per helikopter zal iemand moeten instaan voor de veiligheid. Over het algemeen staan de helikopters op een vliegveld, maar wanneer een helikopter op een ziekenhuis landt dient men een HLO ter beschikking te hebben. Deze ambulancechauffeur heeft een extra opleiding gevolgd als brandwacht. Wanneer er tijdens de opstijg- of landingsprocedure iets mis gaat, kan hij of zij afhankelijk van de situatie ingrijpen. Deze functie is te vergelijken met de vliegveldbrandwee